WILLEKEURIG, bn. bw. (-er, -st), eigenmachtig, eigendunkelijk: willekeurig handelen; willekeurig iets veranderen; willekeurig te werk gaan; (ontl.) willekeurige spieren, die men naar willekeur kan bewegen.
WILLEKEURIGHEID, v. het willekeurige;
—, (...heden), willekeurige handeling; zich willekeurigheden veroorloven.