Gepubliceerd op 06-12-2018

VOETWEG

betekenis & definitie

VOETWEG - m. (-en), voetpad;

...WERK, o. (wev.) weefsel, dat door middel van schachten en voetplanken geweven wordt en slechts de eenvoudiger kleine patronen bevat;
...WISCH, v. (...sschen), voetdweil;
...WISSCHER, m. (-s), voetveger;
...WORTEL, m. (-s), (ontl.) zeven korte en dikke beenderen in den voet, die deels boven, deels naast elkander liggen;
...ZAK, m. (-ken), voetenzak;
...ZAND, o. zand waarmede de grond bestrooid is; (fig.) in het voetzand geraken, het onderspit delven; (ook) omkomen; het voetzand kussen, uit den zadel vallen ; (ook) sneuvelen;
...ZOEKER, m. (-s), zeker vuurwerk, zwermer;
...ZOOL, v. (...zolen), onderste plat gedeelte van den voet (tusschen don hiel en de teenen); sandaal, zool, met banden om den voet vast: zeker schoeisel bij oude en Oostersche volken.

< >