VERZILVEREN - (verzilverde, heeft verzilverd), met zilver overtrekken, beleggen: het is niet massief zilver, het is verzilverd; lepels en vorken laten verzilveren;
— voor zilver inwisseien : een postwissel verzilveren ;
—verkoopen: effecten verzilveren;
— (kooph.) het kapitaal nemen ( eener rente, van een tol enz.), kapitaliseeren;
— als zilver maken : ouderdom had zijn haar verzilverd. VERZILVERING, v. het verzilveren.