Gepubliceerd op 06-12-2018

VERVROEGEN

betekenis & definitie

VERVROEGEN - (vervroegde, heeft en is vervroegd), vroeg, vroeger stellen of uitvoeren : zijn vertrek vervroegen; een maaltijd vervroegen; vervroegde winkelsluiting; de dagteekening (van een brief enz.) vervroegen; een horloge vervroegen, de wijzers terugzetten; de koorts is heden vervroegd, vroeger gekomen dan ik dacht; den bloei van planten vervroegen. VERVROEGING, v. (-en), het vervroegen.

< >