vervroegen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
vervroegen - Werkwoord 1. (ov) iets eerder laten plaatsvinden ♢ Hij wil de geplande verkiezingen met een jaar vervroegen. Woordherkomst Afgeleid van vroeg met het voorvoegsel ver-. Antoniemen uitstellen, verlaten
Muiswerk Educatief (2017)
vervroegen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-vroe-gen 1. op een eerder tijdstip stellen ♢ we hebben onze afspraak vervroegd 1. vervroegd pensioen [stoppen met werken vóórdat je 65 bent]...
Van Dale Uitgevers (1950)
(vervroegde, heeft en is vervroegd), 1. vroeger stellen of uitvoeren : zijn vertrek vervroegen ; een maaltijd vervroegen ; vervroegde winkelsluiting; de dagtekening (van een brief enz.) vervroegen ; (rechtst.) de rechtsdag vervroegen, zie Anticiperen ; 2. (van tuinbouwgewassen) trekken, forceren ;...
M. J. Koenen's (1937)
vervroegde, h. en is vervroegd (vroeger doen zijn): een feest vervroegde winkelsluiting, betaling.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: