Wat is de betekenis van vervroegen?

2025-02-17
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vervroegen

vervroegen - Werkwoord 1. (ov) iets eerder laten plaatsvinden Hij wil de geplande verkiezingen met een jaar vervroegen. Woordherkomst Afgeleid van vroeg met het voorvoegsel ver-. Antoniemen uitstellen, verlaten

2025-02-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vervroegen

vervroegen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-vroe-gen 1. op een eerder tijdstip stellen ♢ we hebben onze afspraak vervroegd 1. vervroegd pensioen [stoppen met werken vóórdat je 65 bent]...

2025-02-17
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

vervroegen

➝ forceren.

2025-02-17
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Vervroegen

is het tot vroege bloei brengen van tuinbouwgewassen (z. Forceren).

2025-02-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vervroegen

v., forfoarlikje.

2025-02-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vervroegen

(vervroegde, heeft en is vervroegd), 1. vroeger stellen of uitvoeren : zijn vertrek vervroegen ; een maaltijd vervroegen ; vervroegde winkelsluiting; de dagtekening (van een brief enz.) vervroegen ; (rechtst.) de rechtsdag vervroegen, zie Anticiperen ; 2. (van tuinbouwgewassen) trekken, forceren ;...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vervroegen

vervroegde, h. en is vervroegd (vroeger doen zijn): een feest vervroegde winkelsluiting, betaling.