VERDIKKEN - (verdikte, heeft en is verdikt), dikker maken, worden : de spieren verdikken zich in het midden ;
— uitdampen, stollen : het verdikte plantensap; vleeschnat verdikt door het koken; verdikte melk; de lucht verdikt, wordt bewolkt. VERDIKKING, v. (-en), het dikker worden; opzwelling; verharding ; bewolking (van de lucht).