VASTENAVOND(S)GEK - m. (-ken),
...ZOT, .m (-ten), gemaskerde die op Vastenavond allerhande grappen uithaalt;
...GRAP, v. (-pen), grap op Vastenavond tot verhooging der vastenavondpret;
...PRET, v.,
...TIJD, m.,
...VERMAAK, o.,
...VERMAKELIJKHEDEN, v. mv.
...VREUGDE, v.
vreugdedagen vóór het begin der vasten (inz. in Roomsche landen), carnaval;
...ZOTJE, o. (-s), (plantk.) sneeuwklokje.