UITSPRAAK - v. wijze van uitspreken : de uitspraak van het Fransch, Engelsch, Duitsch; eene goede, slechte, zuivere uitspraak hebben;
—, (...spraken), tongval: men hoort aan zijne uitspraak, uit welke streek hij komt; voordracht;
— (recht.) vonnis, beslissing : uitspraak over 8 dagen; rechterlijke uitspraak.