UITHUIZIG - bn. voortdurend afwezig; zelden te huis: een uithuizig mensch, die vaak of gaarne buitenshuis rondloopt of reist. UITHUIZIGHEID, v. het vertoeven buitenshuis: het vereenigingsleven bevordert de uithuizigheid.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk