Het begrip trens heeft 2 verschillende betekenissen:
1. trens - trens - v. (...zen), (naaist.) oogje van garen om haakjes in vast te haken ; lis aan het knoopsgat;
— vlecht;
— kleine toom welks mondstuk geene stang heeft: een paard bij de trens leiden ;
— ruwe zijde ;
— (fig.) iem. braaf trens geven, afrossen, slaag geven.
TRENSJE, o. (-s), kleine trens.
2. trens - trens - v. (in West-Indië) kanaal tusschen twee plantages.