Gepubliceerd op 02-12-2018

Tanen

betekenis & definitie

Tanen - (taande, heeft en is getaand), het leder met run bereiden; met taan verven;

— de zeilen, het touw, de netten tanen, in taan koken, waardoor zij beter tegen het nat bestand zijn;
— rosgeel worden : de zon begint te tanen; verduisteren, zijn glans verliezen: die roem is ook al getaand. TANING, v. het tanen, verduistering; het verliezen van den glans.