Gepubliceerd op 24-02-2020

Stal

betekenis & definitie

Het begrip stal heeft 2 verschillende betekenissen:

1. stal - STAL - m. (-len), houten of steenen gebouw, tot verblijf van paarden, runderen, schapen, geiten enz. dienende : koeien op stal hebben, op stal zetten; uit stal loopen, vluchten;
— het beste paard moet van stal, niets moet ontzien of gespaard worden;
— de beste paarden staan op stal, de oppassende menschen zijn meest te huis; (ook) de beste meisjes vindt men thuis, zijn huiselijk en ingetogen; (ook) die er het meeste van weet, is er doorgaans niet bij;
— het paard ruikt stal, als men haast klaar is, gaat men spoed maken;
— het gaat te hard van stal, begint met te grooten ijver en dat kan niet voortduren;
— hij heeft er goed voer en een warmen stal, hij heeft het er goed;
— iem. op stal zetten, aan eene goede betrekking helpen, (ook) hem ontslaan;
— iets op stal zetten, afdanken, niet meer gebruiken;
— iem. buiten stal brengen, iem. van zijn stuk brengen. STALLETJE, o. (-s).

2. stal - STAL - m. (-len), (Zuidn.) gestalte.