Schaamschoenen - m. mv. (fig.) de schaamschoenen uitrekken, wegwerpen, alle eergevoel verbannen; zijne schaamschoenen bij iets verslijten, alle schaamte- of eergevoel er bij inboeten;
...SCHORTJE, o. (-s), schortje voor de schaamstreek, door wilde volken gedragen;
...SPLEET, v. (-en), (ontl.) spleet tusschen de schaamlippen;
...STREEK, v. streek der schaamte, lichaamsdeelen in den omtrek der teeldeelen.