Rondzenden - (zond rond, heeft rondgezonden), naar alle personen van zekere vereeniging of kring op de beurt af zenden, om ze te spreken, eene boodschap te doen of iets af te halen : ik heb den knecht rondgezonden om bij de leden te zeggen dat de vergadering geschorst is ;
— overal heen zenden: zij hebben dien sukkel de geheele stad rondgezonden om iets dat nergens te krijgen is ;
— (van boeken, nieuwspapieren, kennisgevingen, brieven) ze naar de rij af zenden aan elk der personen, die samen eene vereeniging, een gezelschap enz. uitmaken : ik heb de boeken van het leesgezelschap rondgezonden.