Roezig - bn. (-er, -st), half dronken;
— woest: roezig weer ;
— rumoerig, woelig, druk : de kinderen zijn vandaag erg roezig; wat eene roezige week, mijn hoofd, loopt om. ROEZIGHEID. v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: