Het begrip rit heeft 3 verschillende betekenissen:
1. rit - rit - m. (-ten), het rijden; tocht te paard; wedloop van een paard (bij eene harddraverij); tocht op schaatsen, per fiets, per auto (ook te voet): dat is nog een heele rit;
— bij het uitvoeren van grondwerken, een afstand van 400 M. ; de klei moest twee ritten ver aangevoerd worden. RITJE,o. (-s).
2. rit - rit - v. (-ten), gang, loop : mollenrit.
3. rit - rit - o. kikkerrit, eitjes van kikkers.