Gepubliceerd op 29-11-2018

Reiken

betekenis & definitie

Reiken - (reikte, heeft gereikt), zich tot aan zekere grens uitstrekken: het water reikte hem tot aan de borst;

ik kan zoo ver niet reiken, mijne handen tot daar uitstrekken;
— zoo ver het oog reiken kon, zoo ver men zien kon;
— zich uitstrekken tot: zijne macht reikt zoo ver niet, strekt zich zoo ver niet uit;
— hij reikt hem niet aan de schouders, is meer dan een hoofd kleiner; (ook fig.) is hem verre de mindere (in kennis, in zedelijke waarde, enz.);
— (fig.) hij wil met de hand aan den hemel reiken, hij begeert het onmogelijke;
— iem. de hand reiken, de hand geven (tot groet of tot steun); hem de behulpzame hand reiken, hem helpen. REIKING, v. het reiken.