Pruikebol - m. (-len), houten hoofd (om er pruiken op te maken); (fig.) iem. die veel doch verwilderd hoofdhaar heeft;
...DOOS, v. (...zen), doos om daarin eene pruik te bewaren;
...KAP, v. (-pen), kapje van eene pruik;
...KNIPJE, o. (-s), klein knipje om daarmede eene pruik vast te zetten.