Prakkezeeren - (prakkezeerde, heeft geprakkezeerd), (gemeenz.) uitdenken, bedenken, verzinnen : wie heeft dat nu weer geprakkezeerd ?;
— den heelen dag loopt hij te prakkezeeren, loopt hij te peinzen;
— ik heb mij gek geprakkezeerd, hoe ik ook gezonnen heb, ik ben tot geen resultaat gekomen;
— je kunt het zoo gek niet prakkezeeren, of hij doet het, zelfs het meest zonderlinge durft hij doen; ook PRAKKIZEEREN.