Papieren bn. van papier; papieren geld, papier, dat een wettigen koers of geldswaarde heeft;
— gedekt papieren geld, waarvoor een gelijk bedrag zilver of goud voorhanden is;
— ongedekt papieren geld;
— de papieren wereld, geldwereld, fondsen;
— (fig.) papieren mannetje, een zwak ventje;
— (fig.) papieren kind, gezegd van een letterkundig werk, ten opzichte van den auteur;
— papieren maatregelen, die op het papier goed schijnen, doch in werkelijkheid niet uitgevoerd worden of kunnen worden;
— de papieren paedagogiek, alleen op de theorie gebaseerd en niet uitvoerbaar in de practijk; hij loopt papieren zoldertje, hij loopt op ijs, dat voor zijne voeten wegbuigt, hij maakt een buigertje.
