Paaschpaard - o. (-en);
...PLICHT, m. (R. K.} datgene waartoe men met Paschen verplicht is, nl. gedurende den Paaschtijd communiceeren in de parochiekerk; ...POP, v. (-pen), iem. die met Paschen geheel in het nieuw gestoken is;
...PREEK, v. (-en), preek met Paschen gehouden,, gewoonlijk op het Paaschfeest betrekkelijk;:
...PRONK, m. paaschbest;
...STEMMING, v. stemming welke bij het Paaschfeest past;
...STOET,, m. (-en), (gew.) lang brood zooals met Paschen wordt gegeten; (spr.) ze heeft armen als paaschstoeten, buitengewoon dikke armen.