Paaschcommunie - v. (R.-K.) communie die men in de parochiekerk houdt omtrent Paschen en waartoe ieder geloovige verplicht is;
...DAG, m. (-en), een der twee dagen van het Paaschfeest; inz. den eersten dag,
...DRUKTE, v. drukte of gewoel veroorzaakt door het Paaschfeest;
...EI, o. (...eieren), een bont gekleurd en gekookt ei; een ei is geen ei, twee eiers is een ei, drie eiers is een paaschei; inz. een nagemaakt ei van suiker of chocolade : een netje met paascheitjes;
— (spr.) men moet geen paascheieren op Goeden Vrijdag eten, men moet een feest niet vieren voor het gekomen is;
...FEEST, o. (-en), het feest van Paschen;
...GAVE, v. (-n), geschenk op Paschen;
...GEBRUIK, o. (-en), oude gewoonte op Paschen in zwang;
...GESCHENK, o. (-en);
...GEZANG, o. (-en), kerkgezang op het Paaschfeest betrekkelijk;
...GRENS, v. de dag op welken de volle maan valt tusschen 21 Maart en 18 April;
...HEUVEL, m. (-s), heuvel waarop men het paaschvuur brandt.