Gepubliceerd op 22-11-2018

Opspringen

betekenis & definitie

Opspringen - (sprong op, is opgesprongen), zich met een sprong oprichten, in de hoogte springen: de hond sprong op en sloeg aan; hij sprong op van vreugde;

— schaam je, lekkerbek ! je zult later naar zulk eten nog een voet hoog opspringen, er sterk naar verlangen, of er recht blijde mee zijn;
— schielijk opstaan : met klokke zes sprong hij op;
— zich plotseling verheffen; van den grond terugstuiten : de bal sprong hoog op;
— (w. g.) in de lucht springen;
— openspringen, met een sprong losgaan: het slot sprong op, ging plotseling open;
— scheuren krijgen, bersten (ook van de handen of lippen in den winter). OPSPRINGING, v.

< >