Gepubliceerd op 22-11-2018

Opium

betekenis & definitie

Opium o. en v. heulsap, amfioen: een sap, door insnijdingen in de onrijpe zaaddoos van de slaapwekkende maankop (papaver somniferum) verkregen, dat eene sterk verdoovende kracht bezit, en welks voortdurend gebruik bij Chineezen en Javanen zeer in zwang, nog erger dan de jenever, de krachten des levens ondermijnt: opium kauwen, rooken, schuiven, smokkelen.

< >