Gepubliceerd op 22-11-2018

Opbouwen

betekenis & definitie

Opbouwen (bouwde op, heeft opgebouwd), optrekken, herbouwen: het huis wordt weer juist opgebouwd, zooals het vroeger geweest is;

— (fig.) aankweeken, bevorderen: hij breekt af, wat zijn voorganger opgebouwd heeft. OPBOUWING, v. opbouw; herstelling, (fig.) aankweeking; de opbouwing des geloofs, versterking in het geloof.

< >