bn. bw. (-der, -st), duidelijk waarneembaar, zodat men zich niet kan vergissen in de hoedanigheid van een zaak : zij sprak verscheidene talen; somtijds met onmiskenbare bevalligheid;
— bw. zó dat vergissing onmogelijk is : hij lijkt onmiskenbaar op zijn vader. ONMISKENBAARHEID, v.