Gepubliceerd op 01-11-2018

Omwandelen

betekenis & definitie

Omwandelen (wandelde om, heeft en is omgewandeld), om iets heen wandelen: hij heeft een paar maal de stad omgewandeld;

— in verschillende richtingen op zijn gemak omloopen: ik heb in de plantage wat omgewandeld; de Engel des Doods wandelde om in den nacht;
— (fig.) rondgaan op aarde of onder de menschen, zijn leven slijten, verkeeren: toen Jezus op aarde omwandelde; langs een omweg wandelen: het was nog vroeg en daarom hebben we dat eind maar omgewandeld; wij zijn de stad omgewandeld. OMWANDELING, v. (-en), het omwandelen.

< >