Gepubliceerd op 01-11-2018

Omvloeien

betekenis & definitie

Omvloeien (vloeide om, heeft en is omgevloeid), langzaam om iets heen stroomen; zacht en kalm in iets omloopen (van het bloed in de aderen);

— her- en derwaarts vloeien: door een lek in den ketel vloeide de olie op den grond om;
— (omvloeide, heeft omvloeid), (dicht.) vloeiend omgeven: daar waar het beekje den heuvel omvloeit; (fig.) (van licht, glans enz.) aan alle kanten beschijnen: het purper aan den voorjaarshemel omvloeit Egmonds grijze abdij; (van nevels enz.) geheel bedekken, omhullen.

< >