Gepubliceerd op 01-11-2018

Omvaren

betekenis & definitie

Omvaren (voer om, heeft en is omgevaren), om of langs iets heen varen: het schip heeft al zoo vaak die gevaarlijke klip omgevaren; wij zijn het meer omgevaren;

— zonder bepaald doel rondvaren: wij hebben voor ons plezier wat op den plas omgevaren; hij heeft jaren lang op de Zuiderzee omgevaren;
— langs een omweg varen: wij zijn wel drie uur omgevaren;
— omvervaren: ’t was reeds donker op het water en zoo hebben we een paar palen omgevaren. OMVARING, v. het omvaren.

< >