(strooide om, heeft omgestrooid), rondstrooien, her- en derwaarts strooien; overal op zijn weg had men bloemen omgestrooid; (van berichten, nieuwtjes enz.) ze overal verspreiden, wereldkundig maken door ze overal rond te vertellen : wie heeft die praatjes omgestrooid ?;
— met iets omstrooien, zonder op te letten waar het neerkomt;
— (omstrooide, heeft omstrooid), strooiend omgeven, 'rondom bestrooien : terwijl de maagdenrei de bruid met bloemen omstrooide.