Nachtmuts v. (-en), slaapmuts;
...MUZIEK, v. serenade;
...PAUWOOG, m. (-en), een schubvleugelig insect, tot de nachtvlinders behoorende;
...PERMISSIE, v. (-s), verlof aan koffiehuizen om ’s nachts open te blijven; verlof aan soldaten om den nacht buiten de kazerne door te brengen;
...PIT, v. (-ten), pit van een nachtlichtje; (fig.) iem. die gewoonlijk laat in den nacht thuis komt;
...PITJE, o. (-s);
...PLOEG, v. (-en), groep arbeiders die ‘s nachts werken, in tegenstelling met dagploeg;
...POLITIE, v. politie voor den nachtdienst;
...PON, v. (-en),
...PONNETJE, o. (-s), nachtgewaad voor kinderen inz. voor meisjes;
...PORTIER, m. (-s), die ’s nachts in een hotel dienst heeft;
...POST, v. brievenpost die ‘s nachts wordt verzonden;
— v. (-en), wacht bij nachts;
...PUISTJE, o. (-s), puistje dat soms ’snachts op de handen komt;
...RAAF, v. (...raven), nachtreiger;
— m. (...raven), iem. die veel ’s nachts werkt;
...RATEL, m. (-s), (nat. hist.) gewone nachtzwaluw, 14 + 12 cM. lang, ook geitenmelker, dagslaper, schapenmelker, ratelaar en vliegende pad geheeten (caprimulgus europaeus).