Musch v. (musschen), (gew. ook MOSCH), zekere algemeen bekende vogel, tot de orde der zangvogels behoorende; in ons vaderland komen slechts twee soorten van musschen voor: de huismusch (passer domesticus) en de ringmusch, ook boommusch geheeten (passer montana), terwijl de rotsmusch (passer petronia) zich slechts nu en dan in ons land vertoont;
— (spr.) zich blij maken met eene doode musch, met iets zonder waarde, wat niet bestaat, wat niet gebeuren zal;
— als een troep hongerige musschen op iets aanvallen. MUSCHJE, o. (-s).