Gepubliceerd op 27-09-2018

Moesje

betekenis & definitie

1. Moesje o. (-s), pronkpleistertje van taf waarmede de dames vroeger (vooral in de 16de eeuw) haar gelaat beplakten, om hare schoonheid iets piquants te geven;

— (ook) eene voile met moesjes;
— anders gekleurd stipje (op eene geweven of andere stof): een blauw kleed met witte moesjes.
2. Moesje o. (-s), (in kindertaal) moedertje.

< >