Gepubliceerd op 27-09-2018

Mier (3)

betekenis & definitie

Mier v. (plantk.) ook muur, murik, witte muur, kruipende muur, (gew.) hoenderbeet, erf, vogelkruid geheeten: een der voornaamste onkruiden in tuinen, bouwlanden, en op weilanden, waar de graszode is weggenomen (stellaria media);

— roode mier, roode basterdmuur: eene plant tot de sleutelbloemigen behoorende (anagallis arvensis).

< >