Menschenbeeld o. (-en), beeld van een mensch;
...BELAGER, m. (-s), lasteraar;
...BLOED, o. bloed van een mensch: menschenbloed vergieten;
...DIEF, m. (...dieven), die menschen ontvoert;
...DOOD, m.;
...DOODEND, bn. den dood van menschen veroorzakend;
...DOODER, m. (-s);
...DREK, m. uitwerpselen van een mensch;
...DROM, m. (-men), menigte menschen;
...ETEN, o. voedsel voor menschen;
...ETER, m. (-s),
...EETSTER, v. (-s), die zich met menschenvleesch voedt;
...GEDAANTE, v. (-n), figuur, beeld, eens menschen; hij was een duivel in menschengedaante, hij was een echte duivel, zoo boosaardig en wreed;
...GEHEUGEN, o. het geheugen, de herinnering des menschen;
...GESLACHT, o. (-en), het menschdom; generatie van menschen : elk nieuw menschengeslacht heeft zijn eigen idealen;
...GESTALTE, v. (-n);
...GEZICHT, o. (-en), gezicht van een mensch;
...GUNST, v. de gunst der menschen, de gunst der menigte.