Het begrip mark heeft 4 verschillende betekenissen:
1. mark - MARK, o. (-en), zeker goud- en zilvergewicht (= 215 wichtjes); gewicht voor edelgesteente ( = 1200 karaat); zekere rekenmunt (te Hamburg enz.).
2. mark - MARK, v. (-en), eene Duitsche munt
— ongeveer 60 cents Nederlandsch.
3. mark - MARK, v. (-en), teeken, merk, aanwijzing; grond.
4. mark - MARK, v. (-en), MARKE, v. (-n), (oudtijds) grens, grensgewest: de Spaansche mark; de Oostenrijksche mark;
— de onverdeelde gronden, behoorende aan de leden van een markgenootschap (in de oostelijke gewesten van Nederland).