Loge v. (-s), afgescheiden zitplaatsen langs zij- of achterwand in den schouwburg;
— vereenigingsgebouw of vergaderzaal der vrijmetselaars;
— groote loge, afdeeling der vrijmetselarij die een geheel land omvat; de kleine loges zijn plaatselijke vereenigingen; ook de leden van die vereenigingen in ‘t algemeen: de vrijmetselarij.