LEVENSVERZEKERING, v. (-en), contract tussChen een persoon en eene maatschappij, waarbij deze tegen eene vaste premiebetaling eene zekere som aan den verzekerde uitkeert bij diens overlijden of op eenigen anderen van te voren vastgestelden tijd;
— maatschappij die dergelijke contracten sluit: hij reist voor, is agent van eene levensverzekering.