KOORVENSTER, o. (-s), venster bij het koor.
KOORVROUW, v. (-en), (R.-K.) kanunnikes;
...ZANG, m. (-en), lied, door een koor te zingen of gezongen; (R. K.) kerkzang, Gregoriaansche zang;
...ZANGER, m. (-s),
...ZANGERES, v. (-sen), lid van een zangkoor;
...ZANGSTER, v. (-s), lid van een zangkoor in de kerk;
...ZUSTER, v. (-s), non, tot den koordienst verplicht, in tegenst. met werkzuster.