KOMIJN, m. eene éénjarige, Egyptische plant, tot de familie der schermbloemigen behoorende, en die in Zuid-Europa, om hare zaden, veel gekweekt wordt (cuminum); komijnzaad;
— wilde komijn of hofkomijn, karwij (carum carvi). KOMIJNTJE, o. (-s), komijnzaadje; broodje met komijnzaad.