KOLVEN, (kolfde, heeft gekolfd), met de kolf in de kolfbaan spelen kolven om (iets), laten kolven om, (spr.) dat is goed gekolfd, goed gespeeld, dat heeft hij er goed afgebracht;
— hij heeft goed gekolfd, voordeelig zijn bedrijf uitgeoefend, het is hem in de wereld meegeloopen;
— (boekb.) het boek kolven, glanzig maken, bij het marmeren van de snede.