Het begrip kolder heeft 3 verschillende betekenissen:
1. kolder - KOLDER, m. (-s), (oudt.) lederen harnas, kuras, dat borst en rug bedekte; wapenrok der Pruisische kurassiers;
— (gew.) vlieger (der kinderen).
2. kolder - KOLDER, m. zekere paardenziekte;
— de stille kolder, algemeene gevoelloosheid;
— de razende of dolle kolder, regelmatige aanvallen van dolheid, die een kwartier tot een half uur duren;
— (fig.) den kolder in het hoofd krijgen of hebben, op hol raken, onhandelbaar worden, zich aan dolzinnigheden overgeven.
3. kolder - KOLDER, m. (*s), (houthandel) zeker soort van palen van 4 meter of langer; ook kolter geheeten.