Wat is de betekenis van kolder?

kolder - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) een hersenziekte bij vee ♢ Het paard leed al twee jaar aan de kolder. 2. onzin ♢ Wat een kolder, zeg! 3. leren harnas 4. paal 5. (scheepvaart) vaartuig dat kolt (die wijze kabeljauw vangen) ko...

Een kolder is een benaming voor een '(leren) jak of wambuis zonder mouwen', in het bijzonder door soldaten en zeelieden gedragen. Mogelijk is Kolder een bijnaam voor iemand die zo'n kledingstuk opvallend droeg.

(zn) wulp TM.

In de verwensing krijg de kolder! stuiten wij op een etymologisch probleem. Wat wenst men iemand in zijn woede precies toe? Er zijn twee mogelijkheden. Of kolder is een bepaalde veeziekte, in het bijzonder een hersenontsteking bij paarden; of wij moeten uitgaan van een vorm die teruggaat op cholera. Deze laatste vorm zou zich d...

[v. Fr. colère = woede, van Lat. & Gr. cholera = gal; zie cholerisch] hersenziekte bij paarden en vee; (fig.) dwaasheid, toestand waarin men dolzinnigheden doet.

(de, -s), (veroud.) kleine, eenvoudige vlieger zonder span (geraamte). Kleine jongens spelen met eenvoudige vliegers, kolder genaamd (Enc.NWI 646). - Etym.: In AN al eerder veroud. (WNT 1941). - Opm.: Bij Nekrui (14) met de S naam ‘papira-frigi’ papieren vlieger. Zie voor de namen van andere vliegers fefiprinta.

1. (diergeneesk.) K. is meestal stille k., een paardenzickte, zich uitende in sufheid en slaperigheid. De oorzaak is meestal gelegen in een te grote vochtophoping in de hersenholte of een hersenontsteking, waarbij vergiften of hersenbloedingen eveneens een rol kunnen spelen. Paarden met stille k. reageren veelal niet op hun omgeving, blijven met ge...

s., kolder.

...