Het begrip knik heeft 2 verschillende betekenissen:
1. knik - m. (-ken), knak: die steel heeft een knik; smalle kolommen moeten op knik berekend worden, op buiging;
— knik van de baarmoeder; (Z. A.) oneffenheid, kuil in een rijweg.
2. knik - m. (-ken), snelle beweging van het hoofd voorover, ten teeken van toestemming, goedkeuring of begroeting: op eene verkooping geeft de bieder den oproeper vaak door een knik te kennen, dat hij het bod verhoogt; hij gaf door een knik te kennen, dat zij vertrekken kon.
KNIKJE o. (-s): een goedkeurend knikje.