Gepubliceerd op 13-09-2018

Kladden

betekenis & definitie

KLADDEN, (kladde, heeft geklad), vlakken maken, morsen, bekladden: hij kan geene bladzijde schrijven, zonder te kladden; ver-, dooreenmengen hij kladt de eene spijs maar door de andere;

—slecht, slordig schrijven, schilderen enz.; kladschilderen;
— het papier kladt (vloeit);
— vuil worden;
—(kooph.) met eene waar kladden, knoeien, ze onder den prijs verkoopen.