Gepubliceerd op 27-09-2018

Morsen

betekenis & definitie

Morsen (morste, heeft gemorst), kladden, vlakken, vuilmaken : wat zit je weer te morsen;

storten, laten vallen en daardoor iets bevuilen : pas op, gij morst op uw kleed; wie heeft er koffie op ’t servet gemorst ?;
— op onzindelijke wijze met iets omgaan : het kind morst met zijn eten;
— (fig.) hij morst met zijn geld, verkwist het;
— (veroud.) oneerlijk handelen, iets tersluiks doen; (fig.) in het klein iets verrichten (inz. in den handel).