kers
(1902) (Ned-Indië, sold.) opstopper. • Daar heb je een kers. Een opstopper. (Soerabaijasch handelsblad, 03/07/1902)
Marc De Coster (2020-2023)
(1902) (Ned-Indië, sold.) opstopper. • Daar heb je een kers. Een opstopper. (Soerabaijasch handelsblad, 03/07/1902)
Direct toegang tot alle 20 resultaten over kers?
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip kers heeft 2 verschillende betekenissen: 1) kleine, rode steenvrucht. kleine, bolronde, rode, vlezige en sappige steenvrucht van de kersenboom. Men onderscheidt verschillende soorten. In België wordt de zoete kers gewoon kers genoemd, en de zure kers of morel kriek. 2) kersenboom. boom van het geslacht Prunus u...
Marijke de Waal Malefijt (2020)
De kers is een bloeiende plant die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Er bestaan zoete en zure kersen. Zure kersen (Prunus cerasus) zijn ook bekend als morellen of krieken. Omdat zuur kersensap veel antioxidanten en polyfenolen bevat heeft het een sterk ontstekingsremmend effect en beschermt het het lichaam tegen oxidatieve stress. Daarmee he...
Wiktionary (2019)
kers - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde), (fruit) Prunus avium Prunus cerasus vrucht van de kersenboom kers - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Prunus avium Prunus cerasus boom waaraan kersen groeien o.a. de voornoemde soorten. Synoniemen kersenboom Verwante begrippen zoete kers, zure kers, kriek,...
Muiswerk Educatief (2017)
kers - zelfstandig naamwoord 1. kleine rode vrucht aan een steeltje ♢ we hebben alle kersen van de boom geplukt 1. met hem is het kwaad kersen eten [je kunt beter niet met hem te maken krijgen] Ze...
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Steenvrucht en komen in vele variëteiten, soorten en kleuren voor.
drs. L.A. Beeloo (1981)
1. een steenvrucht die als zoete en als zure kers wordt gekweekt. Zoete kersen zijn de Spaanse kersen met hard en de krieken met zacht vruchtvlees. Zure kersen zijn meikersen en morellen. De kers verlangt een voedzame, kalkhoudende bodem. Streken met kerseboomgaarden zijn: Zuid-Limburg, de Betuwe, het Land van Maas en Waal, de Tieleren de Bommelerw...
J. van Donselaar (1936)
I.(de; als tweede lid van een samengesteld zn.), naam voor enige houtige planten en hun vruchten, welke laatste op een AN kers lijken (babykers, boskers, savannekers) of niet (laurierkers). - Etym.: AN kers = o.m. in Ned. wilde en gekweekte Prunus-soorten (Roosfamilie) en hun ronde, rode of paarse vruchten. II kers (de, -en), 1. naam voor t...
Veerman (1954)
De k. behoort tot de fam. der Rosaceae, subfam. Prunoideae, gesl. Prunus, ondergesl. Cerasus. Dit ondergesl. wordt tegenwoordig onderverdeeld in de secties: Makaleb, Pseudocerasus, Microcerasus, Rucerasus. Tot de sectie Eucerasus behoren P. uvium L. (kriek i, P. cerasus L. (Waal) en P.avium cerasus (Royaal). RIETSEMA onderscheidt ook nog de wringer...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., kers; Oostindische —, ljippetop, -kop.
dr. ir. P. Schoorl (1938)
Kers is de vrucht van Prunus avium, een bijzonder fraaie en smakelijke fruitsoort. Men onderscheidt kersen met zacht en met stevig vruchtvleesch. De eerste dienen voornamelijk om versch gegeten te worden, de laatste voor allerlei conserven als jams, compote en in alcoholische dranken. Samenstelling: 0,8% eiwit; 0,7% organische zuren; 16% koolhydrat...
M. J. Koenen's (1937)
I. 1. m. -en (kerseboom; Lat. prunus); 2. v. -en (vrucht): de Meikers; zie heer; II. v. (1 tuin- of bitterkers; Lat. lepidium sativum; 2 O.-I. kers, sierplant met oranjegele bloemen; Lat. tropaeolum majus): 1. kers of sterkers bij het ontbijt; 2. een bed met kers.
John Kooy (1933)
1) vruchtboom, geslacht Prunus, witte bloesem, donkerroode tot zwarte steenvrucht, oorspr. Azië, thans vooral i/d Betuwe veel gekweekt. Verschill. variëteiten: Morel (zuur), Meikers, Zwarte Kers, Spaansche Kers (geel tot oranje, eenigsz. bitter);2) → Bitterkers.
Jozef Verschueren (1930)
(-en; -je) [msch. < kerasoes, plant in Klein-Azië] I. v. Eig. 1. Algm. kogelvormige, min of meer rode steenvrucht met gladde huid van een boom met witte bloemen en hard hout: -en plukken, eten, stoven, konfijten, inmaken; groene, (on)rijpe, vroege -en; tamme, wilde -; -en werden voor het eerst 1540 in Vlaanderen ingevoerd. → boer, hee...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Kers - zie PRUNUS.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), enige plantesoorten uit de familie Rosaceae, behorend tot het geslacht Prunus; ook de rode, sappige steenvrucht daarvan; (spr.) met grote heren is het kwaad kersen eten, vertrouwelijke omgang met hogeren loopt vaak verkeerd af. (e) De kersesoorten zijn te verdelen in vier groepen nl.: 1. de mahalebgroep (Prunusmahaleb) die...
J.H. van Dale (1898)
Het begrip kers heeft 2 verschillende betekenissen: 1. kers - KERS v. (plantk.) groote wilde kers, violierachtige steenraket, ook kleine knopkiek en wilde dragon geheeten (erysimum cheirantoides); — een plantengeslacht, tot de familie der kruisbloemigen behoorende, waarvan zes soorten in Nederland in ’t wild worden gevonden (lepidium),...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.