(kavelde, heeft gekaveld), in loten of kavelingen verdeden (van koopwaren en landerijen); (fig.) beknopt en nauwkeurig rekenen;
— (zeew.) in den vloed zeilen om de ebbe af te wachten; tij kavelen, eb en vloed berekenen;
— (fig.) tijd en tij kavelen, zien naar den tijd en de omstandigheden schikken; goed zijne rekening doen;
— hij moet kiezen of kavelen, hij moet tot eene beslissing komen.