Gepubliceerd op 13-09-2018

Kandelaar

betekenis & definitie

KANDELAAR, m. (...laren, -s), kaars of lichtdrager; (fig., godg.) glorie, luister der kerk;

— het licht staat op den kandelaar, de waarheid blinkt overal uit;
— (spr.) om den wille van het smeer likt de kat den kandeleer, wanneer iem. ons vriendschap bewijst om eigen voordeel;
— rol of spil van een kaapstander.
KANDELAARTJE, o. (-s).