KAMPONG, v. (-s), (Ind.) omheind erf; verzameling van inlandsche woningen door paggers of heggen omgeven; gehucht; buurt, wijk : in groote steden als Batavia, Samarang enz. vindt men tusschen of achter de Europeesche gedeelten inlandsche kampongs verspreid; groote dessa's zijn in een aantal kampongs gesplitst:
— de kampong ingaan.